Header Sfeerbeeld nazomer potten met stiften school begint

steun adv kwd

Volg ons op facebook

Er is iemand die troost nodig heeft, maar de kinderen kunnen plotseling allemaal niet meer praten. Hoe doe je dat?

 

Met de groep gaan de kinderen proberen iemand te troosten. Deze persoon moet echter wel op afstand blijven. En de kinderen kunnen plots allemaal niet meer praten. Ieder kind mag zijn eigen uitbeelding gebruiken. Ze mogen ook samen werken.

Werkwijze

Zet 1 kind op de gang. Vertel hem of haar dat de andere kinderen hem/haar zullen proberen te troosten, omdat hij/zij zo verdrietig is.

Bedenk samen met de andere kinderen woorden die kunnen troosten. En bedenk ook hoe je dat uit kunt beelden, zonder te spreken en zonder de ander aan te raken.  

Een paar voorbeelden:
- Het komt goed (een bemoedigend knikje, en een duim…)
- Je mag verdrietig zijn (open arme, die uitnodigen voor een knuffel)
- We zullen je helpen (kinderen die uitbeelden dat ze aan de slag gaan en ondertussen oogcontact zoeken)
- Je staat er niet alleen voor. (kinderen die naar elkaar wijzen en dan naar het kind dat getroost moet worden)
- Bedenk er zelf met elkaar nog meer (waarschijnlijk zijn de ideeën van kinderen nog veel beter.) 

Met de groep gaan ze proberen het kind op de gang, als het binnenkomt, te troosten. Hij of zij moet echter wel op afstand blijven, en kan dus niet aangeraakt worden. En de kinderen kunnen plots allemaal niet meer praten. Ieder kind mag zijn eigen uitbeelding van zijn eigen bedachte zin gebruiken. Maar ze mogen natuurlijk ook samenwerken.

Het kind dat van de gang komt kiest uiteindelijk degene waardoor hij of zij zich het meest getroost voelde.

 

Afbeelding: jij is lief - kaart.