Header Sfeerbeeld nazomer potten met stiften school begint

steun adv kwd

Volg ons op facebook

De lezingen van deze zondag zijn:

Evangelielezing: Johannes 1,6-8+19-28

Eerste lezing OT: Jesaja 61,1-2a,10-11

Tweede lezing NT: Tessalonicenzen 5,16-24

De evangelielezing van vandaag is uit het eerste hoofdstuk van het Johannesevangelie, Johannes 1,6-8+19-28. Voor de jongste kinderen kan de navertelling gebruikt worden, voor wat oudere kinderen is de vertaling uit b.v. het Evangelieboek voor kinderen of de Bijbel in Gewone Taal ook heel goed te begrijpen.

Wie ben jij?

Johannes, een man die door God gestuurd was, stond luid te spreken in de buitenlucht. Hij wilde iedereen vertellen dat hij geloofde in het Licht. Hij hoopte dat iedereen dan ook in het Licht zou gaan geloven. Hij geloofde in het Licht. Maar hij was niet zelf dat Licht, hij kwam er alleen over vertellen.

johannes de doperUit Jeruzalem, de hoofdstad van het land, kwamen geleerde mannen naar Johannes toe. Zij waren gestuurd door belangrijke mensen om Johannes vragen te stellen.
“Wie ben jij?”, vroegen ze hem. Heel beslist gaf Johannes meteen een duidelijk antwoord: “Ik ben niet de Messias, de Gezalfde.” “Maar wie ben je dan? Ben je soms de profeet Elia?” “Nee,” zei Johannes, “die ben ik ook niet.” “Ben je dan de grote profeet die zou komen?”, vroegen ze verder. Weer zei Johannes: “Nee.”
“Maar wie ben je dan wél?” vroegen ze. “We moeten toch een antwoord geven aan de mensen die ons gestuurd hebben. Hoe noem jij jezelf?”
Johannes zei: “Ik zal het zeggen met de woorden die de oude profeet Jesaja in zijn boek heeft opgeschreven. ‘Ik ben iemand die staat te roepen in de woestijn.’ Ik roep dat je de weg vrij moet maken voor de Heer.”
“Weet je wat wij dan niet kunnen begrijpen?” zeiden de geleerde mannen. “Als jij de Messias niet bent en je bent Elia niet en je bent ook geen grote profeet, waarom sta je dan te dopen?”
Johannes zei: “Het is gewoon water waar ik mee doop. Maar er is nu al een man bij jullie, die jullie nog niet kennen. Hij komt na mij en is veel belangrijker dan ik. Ik ben nog niet belangrijk genoeg om Hem te helpen zijn sandalen uit te doen. Over Hem kom ik vertellen.”

Dit is het Woord van God
Kinderen: Wij danken God