Header Sfeerbeeld nazomer potten met stiften school begint

steun adv kwd

Volg ons op facebook

Met beeldspraak zeg je iets, maar niet precies wat er staat.

Voorbereiding

Schrijf op elk vel één van onderstaande beeldspraken. Schrijf op de voorkant het nummer (groot) en op de achterkant de tekst.

1. Praten als een kip zonder kop.
2. Jij bent een boekenwurm.
3. Zo te zien heeft die tomaat hard gesport.ware wijnstok2
4. De auto’s kropen voorbij.
5. Die beer was te groot voor de glijbaan.
6. Oranje heeft weer gewonnen.
7. De leraar keek heel mistig uit zijn ogen.
8. Mijn buurman heeft handen als kolenschoppen.
9. Wij steken onze koppen bij elkaar
10. Je trekt een gezicht als een oorwurm.
11. De toekomst lacht ons tegemoet.
12. Hij is een boom van een kerel.
13. De storm stoeit met de bladeren
14. Jij hebt een hart van goud.
15. Ik stond voor paal.
16. Hij maakte van een mug een olifant.
17. Zo sterk als een reus.
18. Dat sloeg in als een bom.
19. Ik zal dat varkentje eens gaan wassen.
20. Ben je je tong verloren.
21. Jezus is de ware wijnstok.

Uitvoering

Leg de vellen op de grond met het getal naar boven.
Optie 1:
Laat de kinderen om de beurt met de dobbelstenen gooien. Het kind loopt naar het getal toe dat hij/zij heeft gegooid. Draait het vel om en leest voor wat er staat. Weet het kind de betekenis? Zo niet dan mag hij/zij hulp vragen.

Optie 2:
Laat de kinderen op een vel ‘stoepstegel’ gaan staan.
De begeleider gooit de dobbelstenen en roept het getal.
Diegene die erop staat draait het vel om en leest voor wat er op staat.
Weet het kind de betekenis? Zo niet dan mag hij/zij hulp vragen.