Header Sfeerbeeld nazomer potten met stiften school begint

steun adv kwd

Volg ons op facebook

De lofpsalmen zijn die psalmen waarin de dichter Gods lof zingt. Er is geen concrete aanleiding, de dichter wil de grootheid van God bezingen en om zijn barmhartigheid vragen.

De tweede zondag van de veertigdagentijd staat in het teken van de barmhartigheid en gerechtigheid van God. We lezen een selectie uit de verzen van psalm 33 zoals de kerk die aangeeft.  

Psalm 33,4-5+18-19+20+22

Antifoon: Geef ons, Heer, uw barmhartigheid, 
zoals wij op U vertrouwen.

Oprecht is immers het woord van de Heer, 
en al wat Hij doet is betrouwbaar.
Recht en gerechtigheid heeft Hij lief, 
de aarde is vol van zijn mildheid.

Maar het is God die zijn dienaars bewaakt, 
hen die op zijn gunst vertrouwen.
Dat Hij hen redden zal van de dood, 
bij hongersnood hen zal voeden.

Daarom vertrouwt ons hart op de Heer, 
is Hij ons een schild en een helper.
Geef ons dus, Heer, uw barmhartigheid, 
zoals wij op U vertrouwen.

Psalmen zijn gedichten. In onze hedendaagse visie gaat poëzie vrijwel altijd gepaard met rijm, met overeenkomende klanken. In de psalmen, ook in psalm 33,  komen we een andere vorm van poëzie tegen: het paralellisme. In twee regels achter elkaar staat eigenlijk hetzelfde. Kijk maar naar de eerste regel van de psalm: 
Oprecht is immers het woord van de Heer, 
en al wat Hij doet is betrouwbaar.

Psalm 33

ps 33 21Psalm 33 bezingt de grootheid van God. God heeft ons geschapen, Hij blijft ons in het oog houden en behoeden en bewaren. Psalm 33 is een opvallende psalm. Ten eerste ontbreekt er een opschrift. De psalm wordt niet toegeschreven aan David of een andere psalmdichter. Ook een aanleiding voor het zingen van de psalm wordt niet vermeld. Een tweede opmerkelijk gegeven is het ontbreken van nood bij de bidder. Er wordt nergens om gevraagd, het is een pure lofpsalm. De psalm heeft 22 verzen, evenveel als er letters van het alfabet zijn, al begint niet ieder vers met een volgende letter uit dat alfabet. 
De datering van de psalm is drie eeuwen na David, men denkt aan de belegering van Jeruzalem, vooral op grond van vers 19. Tijdens deze belegering heerste namelijk een grote hongersnood. Maar ook zonder zo’n concrete historische gebeurtenis is de psalm goed te begrijpen. 
Dit aspect wordt door de antifoon, het refrein naar voren gehaald. Zo wordt benadrukt wat de lezingen van deze tweede zondag van de veertigdagentijd ons willen meegeven: Vertrouw op God, ook wanneer er dingen van je gevraagd worden die voor je gevoel boven je krachten gaan. Je hoeft het niet alleen te doen, God is met je, met ons. Daar kan je zeker van zijn, wat God is jouw Schepper. 
In het Jodendom wordt psalm 33 iedere sabbatochtend en in de morgen van grote feesten gelezen. 

De zeven werken van barmhartigheid
Zes van de zeven werken van barmhartigheid zijn te vinden in het Evangelie van Matteüs (25,31-46) Het zijn ‘de hongerigen te eten geven, de dorstigen te drinken geven, de vreemdelingen opnemen, de naakten kleden, de zieken bezoeken en de gevangenen bezoeken.’ In de Middeleeuwen, tijdens een pestepidemie  kwam ‘de doden begraven’ erbij. Ook deze daad van barmhartigheid heeft Bijbelse wortels, denk maar aan Tobit die zijn leven waagde om zijn volksgenoten te begraven. Jezus zegt in Matteüs dat wie deze barmhartige daden doet, ze niet alleen doet voor een medemens maar ook voor Jezus zelf.