• Opening

In de kerk is een gast. Hij was eerst nogal teleurgesteld; hij komt de kinderen halen om daarover te vertellen in de kinder-woorddienst.

In de kerk
In de kerk wacht een gast de kinderen op. Het is een Psalmendichter die zich plechtig voorstelt:
 
"Beste jongens, meisjes, dames en heren. Jullie weten inmiddels dat ik schrijver ben van gedichtenliederen. Psalmen noem ik die.. daarom heet ik ook een Psalmendichter. Dat klinkt logisch toch?
 
Meestal ontstaan die liederen spontaan omdat ik iets meemaak en daar dan over schrijf. Maar nu had íemand mij gevraagd om iets te schrijven. Ik had er super mijn best opgedaan en op tijd alles ingeleverd. ...Vonden ze het niks!!!
Ik vroeg hun om een nieuw kans. Maar die wilden ze me niet geven. 
Die avond lag ik er in bed over te denken en toen besefte ik dat het bij God anders is dan bij mensen. God geeft wél een nieuwe kans: altijd mag je weer opnieuw beginnen! Toen kwamen de woorden als vanzelf… 
Kom maar mee, dan kunnen we de Psalm samen gaan zingen. Gaan jullie mee?" 

Zing voor of bij het vertrek van de kinderen naar hun kinderwoorddienst het liedje Ga je mee, dat u vindt bij de Extra's. 

(Voor de aankleding en attibuten van de Psalmendichter kijkt u bij de Extra's.)

Elke zondag downloadt u de Psalm van de dag (vandaag Psalm 130) bij het kopje Extra's.

In eigen ruimte
Nodig:
• Mandje
• Paarse doek
• Kaars
• 40 steentjes

In de eigen ruimte aangekomen neemt de Psalmendichter samen met de kinderen plaats in een kring. Heet de kinderen welkom op deze vijfde zondag van de Veertigdagentijd. Heet de Psalmendichter ook welkom. De kinderen kunnen zich aan hem voorstellen. 

Haal uit een mandje een paarse doek en een kaars. Leg de doek op de grond of op een tafel. Zet de kaars erop.  
Vertel dat op Aswoensdag (28 dagen geleden) de Veertigdagentijd is begonnen. Dit is een tijd van voorbereiding en verwachting. In kerk is daarom de liturgische kleur paars. 
We zijn 28 dagen op weg. Pak 28 steentjes uit het mandje en leg deze bij de kaars.  
Steek de kaars aan en maak het kruisteken. Bid het openingsgebed.

Vertel de dichter dat u het wel zielig voor hem vindt, dat de mensen voor wie hij zijn gedicht had geschreven het niks vonden en dat ze hem niet nog een kans wilden geven. Was het moeilijk om hier overheen te komen? 

De Psalmendichter vertelt: "In eerste instantie was ik teleurgesteld en verdrietig. Toen voelde ik me waardeloos en dacht dat ik gewoon niet goed genoeg was en nooit meer zou durven schrijven. Daarna werd ik een beetje boos. Maar al die gevoelens verdwenen toen ik besefte dat wat de mensen allemaal vinden helemaal niet zo belangrijk is. Het is voor mij veel belangrijker wat God vindt. Bij Hem mag ik gewoon eindeloos opnieuw beginnen. Hij wil helemaal niet alleen mijn fouten tellen. Bij God krijg je wel een nieuwe kans. 

En daar heb ik dus een Psalm over geschreven. Luister en zing maar mee.  
De melodie is niet moeilijk."

De tekst van dit Psamenliedje vindt u bij de Extra's onder de titel Nieuwe kans
Indien er een beamer beschikbaar is kunt u er ook voor kiezen de tekst via de beamer te projecteren. Deel anders het lied uit om mee te zingen.

"Jullie weten dat ik elke Psalm die ik schrijf een nummer geef toch?  En dat ik ze allemaal in mijn Psalmenboek plak. Deze heeft nummer 130 gekregen."

Lees dan met oudere kinderen ook de psalm uit de navertelling.