Header Sfeerbeeld nazomer potten met stiften school begint

steun adv kwd

Volg ons op facebook

Speel Jenga en praat na met wie de toren om liet vallen.

Wie weet wat ‘Op je kop krijgen’ betekent? Dit betekent dat je straf krijgt! De mensen die onder de scheve Toren van Siloam stonden kregen stenen op hun kop! Daarom dachten de andere mensen dat ze straf hadden gekregen van God. Maar Jezus legt uit dat dit helemaal niet zo is. Soms heb je gewoon pech als je ziek wordt of een ongeluk krijgt of iets mislukt, ook al ben je heel lief of doe je heel goed je best.

Jenga
jenga de toren van siloamDe kinderen gaan Jenga spelen. Je bouwt de Toren van Siloam op en om de beurt mag een kind een blokje weghalen. Wie laat de toren instorten en de stenen naar beneden vallen? Spannend! En als het fout is gegaan? Is er dan een verliezer? Nee hoor, dan mag je het gewoon opnieuw proberen, net zoals Jezus ons vertelt.

Benodigdheden:

Jenga spel of spellen, afhankelijk van het aantal kinderen.

Werkwijze:
Speel het spel. Met het kind dat de toren heeft laten vallen volgt een klein verdiepingsgesprekje. Kies hiervoor uit onderstaande voorbeelden of bedenk er zelf één. Belangrijk is dat het kind zich comfortabel voelt bij de vragen. Als u merkt dat het te moeilijk of te persoonlijk is, dan kunt u de vragen altijd een algemene insteek geven. Betrek vervolgens ook de andere kinderen bij de vragen:

(1) Op je kop krijgen
a. Heb je wel eens op je kop gekregen van een leraar, juffrouw, papa of mama?
b. Wat had je dan gedaan?
c. Begrijp je dat je straf kreeg? Heb je hier iets van geleerd?
d. Bleven zij boos of was dit maar eventjes? (God is ook als een goede Vader of ouder)

(2) Ruzie hebben
a. Heb je wel eens ruzie met een broertje, zusje of vriendje gehad?
b. Wat was er gebeurd?
c. Had er één de schuld of allebei? (Nodig de kinderen uit ook naar zichzelf te kijken)
d. Hoe hebben jullie het weer goed gemaakt?

(3) Opnieuw proberen en doorzetten
a. Heb je wel eens iets willen maken of doen, maar het mislukte? (Denk bijvoorbeeld aan een tekening of knutsel maken, huiswerk, een gymoefening, een level in een game, etc.)
b. Hoe voelde jij je toen?
c. Wilde je het vervolgens opgeven of bleef je proberen?
d. Waarom is het goed om toch te blijven proberen? (Noem hier de vijgenboom die een jaar later misschien tóch vruchten draagt.) Is het een tweede of derde keer wel gelukt?

Dit spel kan je meerdere keren gespeeld worden. Mocht hetzelfde kind de toren laten vallen, dan mag hij of zij iemand anders aanwijzen.