Header Sfeerbeeld nazomer potten met stiften school begint

steun adv kwd

Volg ons op facebook

De lezingen van deze zondag zijn:

Evangelielezing: Lucas 19,28-40
en Lucas 22,14-23,56


Eerste lezing OT: Jesaja 50,4-7
Tweede lezing NT: Filippenzen 2,6-11

De evangelielezing van vandaag is het lijdensverhaal volgens Lucas. Vanwege de lengte van deze lezing wordt deze in drie etappes gelezen. Na elke etappe is er een korte verwerking (Zie hiervoor de tegel Verwerking). We stellen daarom voor om vandaag de navertelling voor alle kinderen te gebruiken.

Navertelling 1 Het verhaal van de intocht
Het was heel druk op straat in Jeruzalem. Van alle kanten kwamen de mensen naar de hoofdstad om daar het Paasfeest te vieren. Ook Jezus ging naar Jeruzalem. Hij reed op een jong ezeltje.
intocht schitterende bijbelverhalen‘Daar heb je Hem!’ riepen de mensen tegen elkaar. ‘Daar komt Hij aan, die man uit Nazareth over wie ze zo vaak praten. Hij wordt onze nieuwe koning!’
Maar, … Jezus zag er helemaal niet uit als een koning. Hij reed gewoon op een ezeltje. Niet hoog op een paard. Een koning en een ezel, dat past niet.
Maar Jezus vond van wel: ‘Ik wil niet zo’n koning zijn als Koning Herodes of Keizer Augustus met hun pracht en praal. Ik rijd eenvoudig op een ezel, als een koning van vrede, gekomen voor kleine mensen.’
Zo reed Jezus de stad Jeruzalem binnen. De mensen legden jassen op de grond als een mooie rode loper. ‘Hosanna’, riepen ze. ‘Hoera voor Jezus, onze koning!’
Ze waren blij dat Jezus in de hoofdstad kwam. Ze hadden al zo lang gewacht. Nu zou het gaan beginnen: zijn rijk van vrede. Ze zwaaiden met groene takken, die ze van de bomen hadden afgebroken. Ze juichten voor Jezus: ‘Hosanna, Hij die vrede brengt in de Naam van de Heer.’
Langs de weg stonden ook de leiders van het volk te kijken. Maar hun gezichten stonden somber. ‘Laat ze hun mond houden’, eisten ze van Jezus. ‘Dat kan helemaal niet’, antwoordde Hij. ‘als zij zouden zwijgen gingen de stenen roepen.’

Navertelling 2 Het verhaal van Witte Donderdag
avondmaalOp de avond voor het Paasfeest kwamen Jezus en zijn leerlingen bij elkaar voor een speciale maaltijd. Tijdens het eten vertelden ze elkaar verhalen over hun voorouders lang geleden. Het ging over het slavenleven in Egypte en hoe God ze had bevrijd. Hoe God hen toen door de zee en de woestijn de weg gewezen had. Het was zwaar geweest, met honger en dorst. De mensen dachten dat ze dood zouden gaan in die woestijn. Maar het was het begin geworden van een nieuw leven. Opeens zei Jezus: ‘Voor ons hier wordt het ook moeilijk. Eén van jullie zal mij verraden. Een ander zal voor de haan morgen kraait nog doen alsof hij mij helemaal niet kent.’ De leerlingen konden het niet geloven. 
Toen brak Jezus brood in stukken en deelde het uit. ‘Zo wordt mijn lichaam ook gebroken,’ zei Hij. ‘Denk aan Mij, als je samen het brood breekt. ‘

Navertelling 3 Goede Vrijdag
Na het eten liepen ze in het donker naar de Olijfberg. Jezus ging er bidden. Hij vroeg zijn vrienden met Hem mee te bidden, maar zij vielen in slaap. Jezus vroeg aan God, of Hij echt moest sterven. ‘God, ik ben bang. Maar niet wat Ik wil, maar wat U wil moet gebeuren.’ Toen werd Hij rustig.
Opeens was er lawaai. Judas, één van zijn leerlingen, bracht een groep soldaten naar Jezus. ‘Meekomen!’, gromden ze, en ze namen Jezus gevangen. ‘Wegwezen!’, dachten de leerlingen, en ze lieten Jezus in de steek. Jezus werd naar het paleis van de hogepriester gebracht. petrus verloochening2Toen Petrus dat zag sloop hij Jezus achterna en ging tussen de knechten en dienstmeisjes bij het vuur staan. Maar iemand herkende hem en zei: ‘Hé, jij hoort toch ook bij die Jezus?'
Petrus ontkende heftig. Een dienstmeisje hoorde hem praten en zei: ‘Jij hebt hetzelfde accent als Jezus.’ Weer ontkende Petrus dat hij bij Jezus hoorde. Een derde herkende Petrus. Maar weer schudde deze heftig zijn hoofd. Toen hoorde hij een haar kraaien en wist hij ineens weer dat Jezus had gezegd dat iemand zou ontkennen dat hij zijn vriend was. Hij barste in huilen uit.

Ondertussen lieten de leiders van het volk blijken dat ze boos waren op Jezus. ‘Hij denkt dat Hij méér is dan wij. Hij denkt dat Hij een koning is’, riepen ze. De hogepriester liet Jezus bij zich komen. ‘Jij denkt zeker dat je de Zoon van God bent, hè, nou, is het waar?’ Jezus antwoordde: ‘Wat je zegt, je zult nog opkijken’. ‘Horen jullie dat, Hij beledigt God!’, riep de hogepriester, ‘aan het kruis moet Hij!’ Ze vroegen aan Pilatus, de landvoogd, of hij Jezus wilde doden. Pilatus wilde dat niet. ‘Hij heeft toch niets gedaan’, zei hij. Toen stookten de leiders van het volk de mensen buiten op het plein op om te roepen: ‘Kruisig Hem!’ Pilatus gaf tenslotte toe en liet Jezus naar Golgotha brengen. Daar werd Jezus aan een kruis gehangen. Boven zijn hoofd was een bordje vastgemaakt. Daarop stond: ‘Dit is Jezus, de koning van de Joden.’
Opeens werd het donker, zomaar midden op de dag. ‘Vader, in uw handen geef Ik mijn geest’, hoorden ze Jezus roepen. Toen stierf Hij. (blaas de kaars op het paarse kleed uit)

Navertelling 4 Het graf
mosaic grafleggingEr was een rijke man, die in de rotsen een graf had laten uithakken. Hij ging naar Pilatus en vroeg of hij het dode lichaam van Jezus erin mocht leggen. Pilatus vond het goed en zo werd het lichaam in het graf gelegd.
De man rolde daarna een grote steen voor de ingang en ging weg. Er waren ook twee vrouwen bij. Ze heetten allebei Maria. Die bleven nog even zitten, stil van verdriet. Toen gingen ook zij naar huis. Er gingen een nacht, een dag en weer een nacht voorbij….

Dit is het Woord van God
Kinderen: Wij danken God