• Verwerking

Als iets niet gelukt is, of niet geworden is wat je er van gedacht had, krijg je dan een nieuwe kans?

De Psalmendichter was verdrietig en ook een beetje boos toen hij geen nieuwe kans kreeg om een ander gedicht te maken. Vraag de kinderen of zij dat ook wel eens meemaken? Hoe is dat voor ze als ze iets hebben gemaakt en ze vinden het zelf niet goed of iemand anders vindt het niet goed en ze mogen het niet opnieuw maken?

De Psalmendichter ontdekt dat het bij God anders is dan bij mensen.
God kun je vragen om een nieuwe kans en Hij wil die je geven. 
Vraag de kinderen of ze denken dat God oneindig veel keer een nieuwe kans geeft of dat daar ook wel een einde aan zit? 
Hoe zit dat met vaders en moeders? Geven zij hun eigen kinderen makkelijker een nieuwe kans dan andere kinderen? 
Vraag aan de kinderen of zij andere kinderen een nieuwe kans willen geven? 
En of zij zichzelf een nieuwe kans geven als iets fout is gegaan? Is het moeilijk om jezelf een nieuwe kans te geven? Is je zelf een nieuwe kans geven gemakkelijker dan iemand anders een nieuwe kans te geven? 

Soms hebben andere mensen helemaal niet in de gaten dat je een nieuwe kans wilt. Als je het alleen maar denkt dan kunnen mensen je niet horen en blijf je verdrietig omdat ze niet reageren. Dan moet je het hardop zeggen of roepen. De Psalmendichter zegt dat ook! “Ik roep u…” zegt hij.

De kinderen gaan toeters maken, die ze kunnen gebruiken om beter gehoord te worden. (Die vindt u bij de Extra's)