Volg ons op facebook
Twaalfde zondag door het jaar A
Wees niet bang!
Spelletje: Positief roddelen
Ga met de kinderen in een kring zitten. Vraag alle kinderen iets positiefs over Jezus te zeggen.
Dat is vast niet zo moeilijk.
Vraag daarna aan alle kinderen iets negatiefs te zeggen over Jezus.
Dat is al moeilijker.
Vraag dan aan de kinderen iets negatiefs te zeggen over hun moeder.
Dat is lastig en ook niet leuk om te doen.
Vraag ze tot slot iets positiefs te zeggen over hun moeder.
Dat gaat vast weer veel gemakkelijker.
Herhaal dezelfde oefening door de kinderen iets over jou als begeleider te laten zeggen (eerst negatief, dan positief).
De positieve dingen zullen heel gemakkelijk komen. Leg uit dat dit een grote groep is waar vaak alleen positief wordt gesproken over anderen. Dat maakt het ook heel vanzelfsprekend om positief te spreken over anderen.
Als we in een negatieve sfeer zitten, dan wordt het veel moeilijker om iets positiefs te zeggen. Je doet gauw mee met de rest. Vertel de kinderen dat het daarom goed is om altijd te proberen de positieve invloed te zijn op de omgeving.
Ga tenslotte verder met een rollenspel om dit in de praktijk te brengen. Iemand speelt Jezus, die wordt tegengewerkt door een tegenstander, gespeeld door een tweede kind. Dat kind probeert zoveel mogelijk negatieve dingen over Jezus te zeggen. (Neem hiervoor de wat oudere kinderen) Laat de rest van de kinderen het opnemen voor Jezus, maar niet door lelijk te gaan doen tegen de tegenstander, maar door juist heel erg positief te zijn.