Header Sfeerbeeld nazomer potten met stiften school begint

steun adv kwd

Volg ons op facebook

Zesentwintigste zondag door het jaar A

‘Ja Vader’

Achtergrond

Hier is informatie te vinden over de context van de lezing of de plaats en tijd in het kerkelijk jaar. Ook kan hier informatie over feesten, personen, gedenkdagen en gebruiken gevonden worden. 

Zeggen en doen

In de evangelielezing van vandaag geeft Jezus antwoord op een vraag. Jezus wordt, in de verzen voorafgaand aan onze lezing, door de oudsten en hogepriesters gevraagd wie Hem de bevoegdheid heeft gegeven om te onderwijzen. Jezus wil daar geen antwoord op geven tenzij ze een wedervraag beantwoorden. Deze wedervraag luidde: “In wiens opdracht doopte Johannes?” De hogepriesters hadden zich namelijk niet laten dopen door Johannes. De hogepriesters wisten niet wat ze moesten antwoorden. Dan antwoordt Jezus op hun vraag met een gelijkenis, die de lezing van deze zondag is.

In Lucas 3 vers 12 kunt u lezen dat de tollenaars zich wel hadden laten dopen door Johannes. Ze vroegen hem wat ze moesten doen om goed te leven.
De hogepriesters echter hadden zich niets gelegen laten liggen aan het profetische optreden van Johannes de Doper, terwijl de tollenaars en ontuchtige vrouwen wel naar hem luisterden en zich lieten dopen. Zij bekeerden zich dus. De Schriftgeleerden, die wel oproepen om goed te leven, geven zelf niet het goede voorbeeld.

Jezus lijkt hier te zeggen: ‘Luister naar de Schriftgeleerden, en houd je aan wat zij zeggen, maar handel niet naar hun daden.’ (Letterlijk zal Jezus dit zeggen in Matteüs 23,3)

twee zonen3De Schriftgeleerden zijn hier als de tweede zoon uit de gelijkenis, die netjes tegen zijn vader zegt dat hij zal werken. De Schriftgeleerden spreken de juiste woorden over de leer. Iedereen denkt dat ze hun leven toewijden aan God. Op hun handelen is echter van alles aan te merken. Zij bekeerden zich niet, lieten zich niet dopen door Johannes de Doper.

Tollenaars waren een beroepsgroep die niet positief bekend stond, maar zij bekeerden zich wel, en zijn als de eerste zoon; ze hebben een leven gekozen waarin ze ‘nee’ zeiden tegen de vader, maar vervolgens handelen ze wel goed: ze komen naar Johannes toe en vragen hem wat ze moeten doen om goed te leven.

Hierna volgen nog twee gelijkenissen die Jezus aan de hogepriesters en oudsten vertelt. Deze gelijkenissen maken steeds duidelijker dat het volk van Israël niet meer het uitverkoren volk is dat automatisch naar de hemel gaat. Het koninkrijk is voor mensen die doen wat God wil. Jezus voorspelt een nieuw volk, waarvan geëist wordt dat ze niet alleen ‘ja’ zeggen, maar ook ‘ja’ doen.

Artikelen in dit thema Zesentwintigste zondag door het jaar A