Vaarwel en tot ziens!

Bijbel

Hier vind je een navertelling van de evangelielezing van deze zondag.
De andere lezingen uit het Oude en/of Nieuwe Testament worden vermeld.
De verwerkingen zijn gebaseerd op het Evangelie.

Navertelling Marcus 16,15-20

De evangelielezing van vandaag is het verhaal van Hemelvaart. Voor de jongste kinderen kan de navertelling gebruikt worden, voor wat oudere kinderen is de vertaling uit b.v. het Evangelieboek voor kinderen of de Bijbel in Gewone Taal ook heel goed te begrijpen.

Jezus' hemelvaart
Jezus was in het huis van zijn leerlingen in de stad Jeruzalem.

Op een dag is Jezus bij zijn leerlingen en Hij begint ze te vertellen wat ze moeten gaan doen. En dat is niet zomaar iets. 'Luisteren jullie goed?', vraagt Jezus. 'Jullie moeten de hele wereld over gaan, en overal het goede nieuws vertellen, aan iedereen!' 
Hij gaat verder: 'Wie gelooft en gedoopt wordt, die wordt gered. Het is belangrijk dat de mensen dit gaan weten. Want wie niet gelooft zal veroordeeld worden. Jullie zijn belangrijk, want jullie moeten dat aan alle mensen gaan vertellen. En wie gelooft zal kwade geesten kunnen verdrijven, en zal nieuwe talen spreken. Die mensen zijn beschermd en kunnen voor zieken zorgen. Ze zullen ze de handen opleggen en de zieken zullen zich daardoor beter voelen. Begin maar dicht bij huis. Maar daarna gaan jullie verder het land in en zelfs naar andere landen.'

'Maar jullie hoeven het niet alleen te doen! Want God, mijn Vader gaat jullie helpen. Er zal een kracht uit de hemel komen die jullie dapper en moedig zal maken om het verhaal van God en mij aan de mensen te gaan vertellen.'

'Kom' zegt Jezus.' Kom mee naar buiten. Buiten de stad is een heuvel, daar gaan we naar toe.' 
Als ze op de heuvel zijn, gaat Jezus voor hen staan.
En dan zien de leerlingen dat Jezus in de hemel wordt opgenomen.
Ze knielen allemaal op de grond neer en staren naar boven.
Toch zijn ze niet verdrietig, ook al is Jezus weggegaan.
Ze zijn juist blij, want ze hebben een opdracht om Jezus' werk voort te zetten.

De leerlingen trekken er opuit en vertellen iedereen over Jezus. En ze merken dat God zelf meewerkt met hen. Ze zien dat er goede dingen gebeuren, waarin ze het werk van Jezus herkennen.

Dit is het Woord van God.
Kinderen: Wij danken God.