Header Sfeerbeeld nazomer potten met stiften school begint

steun adv kwd

Volg ons op facebook

2e zondag van de veertigdagentijd jaar B 2024

Denk aan mooie dingen!

zondag 25 februari 2024

Extra's

Hier zijn meerdere onderdelen te vinden om de kinderwoorddienst een creatief - of speels accent te geven.
Dit kunnen liedjes en gedichtjes zijn, een knutsel of een kleurplaat, een filmpje of een spel. Deze onderdelen zijn altijd te gebruiken in combinatie met de verwerking.

Het verhaal van Frederick

Verhaal uit het prentenboek Frederick
Leo Lionni, Uitgeverij Ankh-Hermes, Deventer, 1974

Rondom de weide waar de koeien graasden en de paarden draafden, stond een muur van oude, oude stenen. En in die muur, vlakbij de schuur met de graanzolder, woonden de veldmuizen, een babbelziek gezinnetje. Maar de boeren waren er weggetrokken, de schuur lag verlaten en de graanzolder was leeg. De winter stond voor de deur, en de kleine muizen begonnen koren te verzamelen en noten en tarwe en stro. Allemaal werkten ze dag en nacht. Allemaal - behalve Frederick. ‘Waarom werk jij niet, Frederick?' vroegen ze. ‘Ik werk toch', zei Frederick. ‘Ik verzamel zonnestralen voor de koude, donkere wintertijd.' En toen ze zagen hoe Federick daar maar zat en naar de weide tuurde, vroegen ze: ‘En nu dan, Frederick?' ‘Nu verzamel ik kleuren', zei Frederick kalm. ‘Want in de winter is alles grauw.' En één keer leek het zelfs of Frederick bijna sliep. ‘Droom je soms, Frederick?' vroegen ze verwijtend. Maar Frederick zei: ‘O nee. Ik verzamel woorden. Want de winter heeft vele en lange dagen, en dan weten wij niets meer te zeggen misschien.' Toen kwam de winter en de eerste sneeuw, en de vijf kleine veldmuizen zochten hun schuilplaats op tussen de stenen van de oude muur. In de eerste tijd was er eten genoeg. De muizen vertelden elkaar van domme vossen en malle katers en ze waren erg gelukkig samen. Maar beetje bij beetje hadden ze haast alle noten en bessen opgeknabbeld, er was geen stro meer, en hoe koren er eigenlijk uitzag, dat waren ze bijna vergeten. Ze hadden het koud tussen de stenen, en babbelen deden ze geen van allen meer. Toen dachten ze opeens weer aan Frederick, en wat hij gezegd had over zonnestralen en kleuren en woorden. ‘Hoe staat het met jóuw voorraad, Frederick?' vroegen ze. ‘Doe je ogen maar dicht', zei Frederick, en hij klauterde op een grote steen. ‘Nu stuur ik jullie mijn zonnestralen. Voel je hun warmte, hun gouden gloed...' En terwijl Frederick sprak van zon en zomer, werden de vier kleine muizen al warmer en warmer. ‘En de kleuren, Frederick, de kleuren?' vroegen ze ongeduldig. ‘Doe je ogen maar weer dicht', zei Frederick. En hij vertelde over de blauwe korenbloem, de rode klaprozen in het gele graan en het groene blad van de bessenstruik. Toen zagen ze al die kleuren weer voor zich, zo duidelijk alsof hun eigen gedachten ermee opgeschilderd waren. ‘En de woorden, Frederick?' Frederick schraapte zijn keeltje, wachtte even en toen, alsof hij op een toneel stond, begon hij: ‘De winter is zo lang en koud. En muizen zijn maar klein. Het valt niet mee, o nee, o nee, om nu een muis te zijn. Maar we zijn met ons vijven, in een holletje van steen; dat maakt een heel verschil, want zo is geen van ons alleen. Wij dromen van de zonneschijn, van graan en beukennootjes; daar krijg je warme oortjes van, en warme muizenpootjes. Nog eventjes, nog eventjes, de lente komt er aan! Dan wordt het weer een leventje van zonneschijn en graan!' Toen het uit was, begonnen ze allemaal te klappen. ‘Frederick', riepen ze, ‘je bent een dichter!' En Frederick bloosde, en boog, en zei verlegen: ‘Ik weet het...'

Op You Tube is dit verhaal ingesproken en wordt het prentenboek getoond.

 

Artikelen in dit thema 2e zondag van de veertigdagentijd jaar B 2024