Header Sfeerbeeld nazomer potten met stiften school begint

steun adv kwd

Volg ons op facebook

Achtentwintigste zondag door het jaar B

Ik voel me rijk!

Achtergrond

Hier is informatie te vinden over de context van de lezing of de plaats en tijd in het kerkelijk jaar. Ook kan hier informatie over feesten, personen, gedenkdagen en gebruiken gevonden worden. 

Het oog van de naald

Het oog van de naald
Jezus zegt in deze bijbelpassage dat het gemakkelijker is voor een kameel om door het oog van de naald te gaan, dan voor een rijke om in de hemel te komen.
Wij kennen de uitdrukking in onze taal nog steeds. Het wordt gebruikt wanneer iemand ternauwernood aan een groot gevaar is ontkomen.
oog van de naaldIn de tijd van Jezus was deze uitspraak meer dan louter beeldspraak. In de tijd van Jezus zouden er in Jeruzalem kleine poorten zijn geweest, die ‘het oog van de naald’ heetten.
Deze poorten waren zo klein dat de doorgang voor een beladen kameel onmogelijk was.
De kamelen moesten onbeladen en kruipend door de poort zien te komen.
Of het een kleine doorgang in de hoofddeur, een poort met een kronkelige gang of een aparte ingang op menshoogte is geweest, is niet duidelijk. Maar het was een manier om de laatkomers alsnog veilig achter de muren te laten komen. Wel met het risico dat de bezittingen, achtergebleven aan de andere kant van de muur, de volgende morgen verdwenen waren.

Franciscus van Assisi gaf alles af wat hij bezat

franciscus kleren afOver de heilige Franciscus gaat het volgende verhaal: ‘Franciscus was door zijn moeder uit de kerker vrijgelaten. Toen kwam zijn vader terug. Hij ging meteen naar het stadsbestuur en diende een klacht in tegen zijn eigen zoon. Hij verklaarde dat die hem had bestolen en er met het geld vandoor was. De consuls bevolen dat Franciscus voor hen moest verschijnen, maar Franciscus antwoordde de deurwaarder dat hij vrij man was die niet meer onder de rechtsmacht van de burgerlijke overheid viel. Hij was immers alleen in dienst van de almachtige God. Daarom ging Franciscus’ vader naar de bisschop. De bisschop stuurde een bode naar Franciscus en Franciscus ging naar hem toe. De bisschop raadde hem aan om zijn vaders geld terug te geven. Franciscus haalde het geld, bracht het bij de bisschop, en zei: “Heer, hier is het geld van mijn vader. Maar niet alleen het geld wil ik hem teruggeven, ik geef hem mijn kleren erbij.” Onmiddellijk kleedde hij zich uit, gooide zijn kleren op de grond en gaf ze zo zijn vader terug. Zelfs zijn onderbroek wilde hij niet houden. Zo stond hij naakt voor alle mensen die waren komen kijken. Hij zei: “Van nu af kan ik in volle vrijheid zeggen Onze Vader die in de hemel zijt, want Pietro di Bernardone is mijn vader niet meer.” Toen stond de bisschop op, sloeg zijn armen om hem heen en hulde hem in zijn mantel.’

 

 

 

 

 



Artikelen in dit thema Achtentwintigste zondag door het jaar B