• Opening

De eerste stap gezet,
we zijn op weg naar boven.
Maar niet alleen:
de profeet Jesaja helpt ons.
Op naar het Koninkrijk!

 Vooraf, dat wil zeggen voordat de viering in de kerk begint, knipt u het (nep)prikkeldraad los van de eerste trede. Deze trede komt nu vrij. U bekleedt de trede en de staanders van de trap rond deze trede met paars crêpepapier.

In de kerk komt de bergbeklimmer binnen. Met een rugzak op zijn rug. In de rugzak zitten de knutselspullen voor vandaag.

Zijn tekst voor deze zondag is:
"Dag mensen in de kerk, ik ben een bergbeklimmer, op weg naar het Koninkrijk. Ik probeer al tijden om hoog te klimmen, dat is niet gemakkelijk. Zoals jullie kunnen zien is de weg versperd met prikkeldraad. Vandaag kwam ik gelukkig iemand tegen die mij wel een stap vooruit heeft geholpen. Jesaja is zijn naam."
(u haalt de voetstap tevoorschijn uit uw rugzak)
"Hij vertelde mij over het Koninkrijk van God dat ik boven zal aantreffen. Ik weet niet of het mij ooit zal lukken om boven te komen. Maar met behulp van de kinderen ga ik op weg. Willen jullie mij helpen iedereen te gaan vertellen over het Koninkrijk van God? Laten we aan het werk gaan!" 
(Haal dan de knutselspullen uit uw rugzak en neem de kinderen mee.)

In de kinderwoorddienstruimte legt u de voetstap bij binnenkomst op de grond en vraagt u alle kinderen even in stilte met één voet op deze voetstap te gaan staan. Neem dan met de kinderen plaats in een kring. Legt de spullen van de bergbeklimmer en de voetstap naast de adventskaars. Steek de 1e adventskaars aan. Het adventsgedichtje ‘Vier kaarsen’ kan als stapeltekst voorgelezen worden of iedere week als los couplet.

U bekijkt daarna samen met de kinderen wat de bergbeklimmer heeft meegenomen.
Word even stil en spreek het openingsgebed uit. Daarna leest u de evangelielezing of de navertelling.

Bij terugkomst in de kerk neemt u de voetstap en de geknutselde materialen mee naar de kerk. U versiert er de onderste traptrede mee.