Header Sfeerbeeld nazomer potten met stiften school begint

steun adv kwd

Volg ons op facebook

Op Aswoensdag zijn we begonnen met de Veertigdagentijd, die 46 dagen duurt. 

We vieren de eerste zondag van de Veertigdagentijd. Deze periode begint bij Aswoensdag en loopt door tot Pasen.
vasten2In deze periode, die 46 dagen duurt, zijn de zes zondagen geen vastendagen. De andere dagen kunnen we vasten. De wijze waarop we vasten is niet meer voorgeschreven, behalve voor Aswoensdag en Goede Vrijdag. Dan onthouden we ons van vlees en eten we één maaltijd extra matig. Steeds meer mensen gebruiken de Veertigdagentijd om te werken aan een gedragsverandering. Ze kijken geen of minder televisie, eten geen suiker of drinken geen alcohol. Ook met kinderen zijn hierover heel goed afspraken te maken. Vasten wordt veel makkelijker als je het in groepsverband doet. Dat kan vanuit de geloofsgemeenschap, maar ook in de klas of als gezin.

De liturgische kleur in deze tijd is paars. Paars symboliseert de tijd van inkeer, de tijd van boete doen en vasten. We gaan met Jezus op weg naar Jeruzalem. In deze stad wil Jezus Pesach vieren, het Joodse Paasfeest.

Jezus in de woestijn
jesus bekoring rosetta jallowNa zijn doop wordt Jezus door de heilige Geest naar de woestijn gedreven. Veertig dagen vast Hij daar. Dat is een symbolisch getal. Zijn leven lang zal Jezus moeten worstelen om bij het kwaad vandaan te blijven. Zijn talenten zou Hij net zo goed kunnen inzetten om er iets mee te doen waar Hijzelf beter van wordt. Bij Lucas vinden we een uitvoerig verslag van de verleidingen waar Jezus mee te kampen had, vormgegeven in een tweegesprek tussen Hem en de Duivel. Opvallend is dat Jezus zijn kracht om de Duivel te weerstaan elke keer uitdrukkelijk uit de Bijbel haalt. De betekenis van dit verhaal wordt treffend verwoord door Peer Verhoeven:

Over Jezus
Over Jezus gaat het verhaal
dat Hij veertig dagen en nachten
zonder eten en drinken in de woestijn
door de duivel werd getreiterd:
Hij moest van stenen brood maken
een serieuze machtsgreep doen,
als een stuntman van de tempel springen.
Veertig dagen, veertig nachten
dat wil zeggen heel zijn leven
hebben mensen dit van Hem verwacht.
Het was een woestijn voor Hem:
een leven lang tussen twee vuren –
wat mensen wensen, wat God wil.

Peer Verhoeven, Meegaand, Gooi & Sticht, Hilversum 1988, blz.19

Veertig
Het getal veertig en de woestijn lijken in Bijbelse taal bij elkaar te horen. Allereerst is er natuurlijk het grote verhaal van de Exodus en het volk dat veertig jaar in de woestijn zwerft alvorens het beloofde land te vinden. In deze veertig jaren worden ze als het ware opgevoed. Ze ontvangen de leefregels van de Thora en leren gaandeweg met elkaar en met hun God om te gaan.
Ook de profeet Elia maakt een tocht van veertig dagen door de woestijn. Opvallend is dat Elia aan het einde van zijn tocht eveneens gediend wordt door hemelse boden (I Koningen 19,4-8). Later in de veertigdagentijd zullen we Elia opnieuw ontmoeten bij de Verheerlijking op de berg.

Kunst
valse christus domkerkCa. 1890, Cuypers, steenreliëf topgevel; Nederland, Utrecht, Domkerk St-Martinus, kloostergang
In de kloostergang van de Domkerk te Utrecht vinden we veel afbeeldingen uit het leven van St. Maarten. De stad en de kerk zijn beiden aan deze heilige toegewijd. Eén van de afbeeldingen sluit aan bij de evangelielezing van vandaag. De heilige Martinus stond erom bekend dat hij als bisschop uitzonderlijk bedreven was in het herkennen van het goede en het kwade in deze wereld. Zo gaat er een verhaal dat St. Maarten bezoek kreeg van een koninklijke verschijning met een gouden kroon op het hoofd en een purperen mantel om. Deze vriendelijke koning vertelde Martinus dat hij de wedergekomen Jezus zelf was en dat Martinus, vanwege zijn voortreffelijke levensstijl de eer te beurt viel om als eerste Jezus in deze wereld te ontmoeten. De heilige reageerde echter in het geheel niet. Ook toen hij ten tweede male werd aangesproken kwam er geen reactie. Toen de vriendelijke koning hem een derde maal aansprak gaf St. Maarten hem ten antwoord: “Jij bent Jezus niet. Jezus zou nooit als koning uitgedost naar de wereld komen. Hij is gekomen om te dienen, niet om gediend te worden.” De zogenaamde koning verdween uit de kloostercel van Martinus, daarbij een afschuwelijke stank achterlatend.