Header Sfeerbeeld nazomer potten met stiften school begint

steun adv kwd

Volg ons op facebook

Dertigste zondag door het jaar A

Houd van God! En van de mensen zoals je van jezelf houdt!

Achtergrond

Hier is informatie te vinden over de context van de lezing of de plaats en tijd in het kerkelijk jaar. Ook kan hier informatie over feesten, personen, gedenkdagen en gebruiken gevonden worden. 

De regels van de wet

Regels
In een tekst op godsdienstles.nl staat het volgende over regels. “Regels en wetten geven duidelijkheid en rust. Maar ook veiligheid en geluk! Als er geen regels en wetten zouden zijn is het een rommeltje, dan doet iedereen wat hij of zij denkt dat goed is.
God, de schepper van de mensen weet precies wat goed is voor deze mensen. Hij wil dat, wat Hij gemaakt heeft, ook gelukkig is. Daarom heeft Hij de Israëlieten 10 duidelijke regels gegeven, zodat ze veilig en gelukkig kunnen leven. Voor ons zijn deze regels eigenlijk ook belangrijk want als iedereen precies zou doen wat in deze 10 zinnen staat dan was er vrede op aarde.”

Jezus vat vandaag deze regels samen: “Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand. Dit is het voornaamste en eerste gebod. Het tweede, daarmee gelijkwaardig: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf.”
10 geboden schilderij2Ook deze woorden verwijzen naar de eerste vijf boeken van Mozes, die voor de Joden de belangrijkste boeken zijn; de Torah. In Deuteronomium 6,5-6 staat letterlijk: “Gij moet de Heer uw God beminnen met heel uw hart, met heel uw ziel en met al uw krachten. De geboden die ik u heden voorschrijf, moet ge in uw hart prenten.” (Waarom Matteüs van ‘krachten’ ‘verstand’ gemaakt heeft is al lang een punt van discussie.) Het lijkt wel alsof het daar erin gehamerd wordt: zo moet je leven! Veel later, in hoofdstuk 30 staat dan een geruststelling: “Het woord dat Ik jou geef is niet te zwaar. Is niet te hoog, jij kunt het volbrengen.”
Jezus vat deze regels niet samen om te zeggen dat dit het enige is dat een mens moet doen, maar om aan te geven dat vanuit deze twee regels de hele wet beschouwd moet worden. Wie vanuit deze twee regels naar de wet kijkt, begrijpt wat er bedoeld wordt, en waarom deze regels gegeven worden. Jezus heft de wet van Mozes niet op, maar zet hem in perspectief. De liefde voor God en je medemens zijn de leidraad voor alles, en ze zijn onlosmakelijk verbonden.

Beide regels die Jezus geeft in Matteüs 22,34-40 komen uit het Oude Testament. De eerste regel staat, zoals hierboven vermeld wordt, in Deuteronomium 6,5 en de tweede regel staat in Leviticus 19,18. 

Discussies
De tekst van vandaag past binnen een groter geheel, waarin Jezus in discussie is met farizeeën, herodianen en sadduceeën.
 
Farizeeën waren de belangrijkste religieuze leiders in Jezus' tijd. Zij legden uit hoe mensen zich konden houden aan Gods wetten. De farizeeën testten steeds opnieuw of Jezus zich wel aan de joodse wet hield. 

Sadduceeën waren een aparte stroming binnen het Jodendom. Ze geloofden niet in een leven na de dood. Ze voelden zich verbonden met Sadok, een priester uit de tijd van koning David. Het waren vaak rijke mensen die vriendelijk omgingen met de Romeinen, en daarom veel macht hadden. 

Herodianen waren Joden die aanhangers waren van Herodes Antipas en het Romeinse rijk. Daarom worden zij Herodianen genoemd. Ze hadden als taak op te letten of iedereen voldeed aan zijn plichten voor de keizer, zoals het afdragen van de belasting.

De hele Tora
De samenvatting van de wet door Jezus doet denken aan een verhaal uit de Joodse traditie. In die traditie draait het vooral om een houding waarmee je je hele leven blijft leren. Er waren twee grote wetgeleerden, Hillel en Sjammai. Het was hun taak de tradities over te dragen aan de volgende generaties. Zij leefden aan het begin van onze jaartelling. Hillel heeft een creatievere, lossere mening, Sjammai is strakker, logischer.
Het verhaal vertelt:
'Op een keer kwam er een heiden bij Sjammai en vroeg hem: "Ik wil mij bekeren, maar onder de voorwaarde dat u mij de hele Torah (de wet van Mozes) leert, terwijl ik op één been sta". Sjammai werd kwaad en gaf de heiden een klap met de meetlat die hij toevallig in de hand had. Daarop ging de heiden naar Hillel en vroeg hem: "Kunt u mij de hele Torah leren, terwijl ik op één been sta?"
"Wat jij niet wilt, dat jou geschiedt, doet dat ook een ander niet", antwoordde Hillel, "dat is de hele Torah, de rest is commentaar. Ga heen en leer.”

 

 

 

 

Artikelen in dit thema Dertigste zondag door het jaar A