Header Sfeerbeeld nazomer potten met stiften school begint

steun adv kwd

Volg ons op facebook

De lezingen van deze zondag zijn:

Evangelielezing: Lucas 19,28-40
en Lucas 22,14-23,56


Eerste lezing OT: Jesaja 50,4-7
Tweede lezing NT: Filippenzen 2,6-11

De evangelielezing van vandaag is het lijdensverhaal volgens Lucas. Vanwege de lengte van deze lezing hebben we ons geconcentreerd op de rol van Petrus in dit verhaal. We stellen daarom voor om vandaag de navertelling te gebruiken.

Het verhaal van Petrus

‘Lieve kinderen, jullie kennen mij al. Ik ben Petrus, een goede vriend van Jezus. Jezus heeft mij steeds vertrouwd. Als er iets belangrijks gebeurde, mocht ik erbij zijn. Waarom? Ik weet het echt niet. In ieder geval niet omdat ik zo’n beste kerel ben. Want dat ben ik helemaal niet. Ik ben eigenlijk een waardeloze vriend. Grote mond en een superklein hartje. Ik schaam me nog als ik eraan terugdenk.

Het was in de meest vreselijke nacht van mijn leven. Het begon eigenlijk wel gezellig. We zaten samen aan tafel. Jezus deelde brood uit. Hij brak het heel nadrukkelijk en zei dat we dat voortaan altijd zo moesten doen. Daarna deelde Hij wijn met ons. Ook dat moesten we voortaan altijd zo doen. Eerlijk gezegd snapten we niet wat Hij bedoelde. We waren drukker met kibbelen over wie van ons de beste was. Superkinderachtig.

Ineens begon Jezus tegen mij te praten. Hij zei dat mijn vriendschap met Hem door de duivel op de proef zou worden gesteld. Ik haalde mijn schouders op over die duivel en zei heel overmoedig tegen Hem: “Als U naar de gevangenis moet, ga ik met U mee. Zelfs als U dood moet, laat ik U niet alleen.” Ja, ja… Jezus schudde lichtjes zijn hoofd en zei zachtjes: “Ach, Petrus, voordat het ochtend is en de haan gekraaid heeft heb jij al driemaal gezegd dat je Mij helemaal niet kent.” Ik hield mijn mond, maar wilde eigenlijk luidkeels protesteren tegen zoveel gebrek aan vertrouwen in mij.

We gingen naar buiten, naar een tuin. Daar heb ik een poosje geslapen, wat er gebeurd is, weet ik niet zo precies. Ik schrok pas wakker van soldaten. Met veel gestamp kwamen ze op Jezus af. Alsof ze precies wisten waar Hij was. Ze grepen Jezus en voerden Hem af naar het huis van de hogepriester. Op grote afstand volgde ik de soldaten die Hem meesleurden.

petrus verloochening2Jezus werd naar binnen gebracht, maar de poorten bleven open staan. Daardoor kon ik een beetje volgen wat er daarbinnen gebeurde. Ik deed alsof ik daar werkte en stond mijn handen te warmen bij het vuur. Plotseling zei een dienstmeisje tegen mij: “Hé, jij hoort ook bij die man daarbinnen.” Ik schudde mijn hoofd en zei: “Nee, hoor, ik ken Hem niet.” Even later zei iemand anders hetzelfde. Weer ontkende ik. Een uurtje later was er een derde die zei: “Ik weet het zeker, jij hoort ook bij die man daarbinnen. Jij komt immers uit dezelfde omgeving, uit Galilea.” Ik zei zo verontwaardigd mogelijk: “Ik snap niet waarover je kletst.” Toen hoorde ik een haan kraaien. En Jezus draaide zich om alsof Hij me had horen ontkennen dat wij vrienden zijn. Ik ben weggerend en heb uren zitten huilen van pure schaamte.

In die tussentijd hebben ze Jezus van hot naar her gesleept. Volgen kon ik Hem allang niet meer. Toen Hij eindelijk naar buiten kwam was Hij ontzettend toegetakeld. Maar het ergste was, Hij droeg een kruis. Ze zouden Hem gaan vermoorden. Voortgejaagd werd Hij door de straten van de stad. En van een afstandje zag ik hoe Hij aan het kruis gespijkerd werd. Mijn tranen waren toen al op. Ik kon niet anders dan verslagen toekijken.

Snap je nu, dat ik mezelf een waardeloze vriend noem?’

Dit is het Woord van God
Kinderen: Wij danken God