Header Sfeerbeeld nazomer potten met stiften school begint

steun adv kwd

Volg ons op facebook

Tweeëndertigste zondag door het jaar C

Droom de hemel!

Achtergrond

Hier is informatie te vinden over de context van de lezing of de plaats en tijd in het kerkelijk jaar. Ook kan hier informatie over feesten, personen, gedenkdagen en gebruiken gevonden worden. 

Leven in de hemel of op aarde

Vanaf het negende hoofdstuk van het Evangelie van Lucas, was Jezus onderweg naar Jeruzalem. Jeruzalem betekent letterlijk ‘stad van de vrede’. Het is in Jezus’ tijd de verdeelde stad die het nu nog steeds is. De stad is echter ook het visioen dat het ooit eens echt vrede zal zijn.
In hoofdstuk 19 is Jezus aangekomen in Jeruzalem. Daar staat het verhaal van de Intocht in Jeruzalem, dat wij op Palmzondag horen. Lucas 19, 41: Toen Hij Jeruzalem voor zich zag liggen, begon Hij te huilen over het lot van de stad. Hij zei: “Had ook jij op deze dag maar geweten wat vrede kan brengen! Maar dat blijft voor je verborgen, ook nu. Want er zal een tijd komen dat je vijanden belegeringswerken tegen je oprichten, je omsingelen en je van alle kanten insluiten.”

sadducceeenIn Jeruzalem stad ging Jezus allereerst naar de tempel. Daar gaf Hij onderricht en verkondigde Hij de goede boodschap aan het volk. De hogepriesters, schriftgeleerden en anderen waren daar niet blij mee. ‘Waar haalt die man het recht vandaan?’, was de vraag waar zij onderling over discussieerden. Ze stelden strikvragen en probeerden Jezus uit de tent te lokken.
Lucas 20,20: Ze hielden Hem echter in de gaten en stuurden er spionnen op uit die zich als rechtvaardigen moesten voordoen, in de hoop Hem op een onwettige uitspraak te betrappen, zodat ze Hem konden uitleveren aan de overheid, aan het gezag van de prefect.

Sadducceeën
In het Evangelie van vandaag zijn het de Sadduceeën die Hem een vraag stellen. Zij waren aanhangers van de rijke priesterfamilies die de macht hadden in de tempel.
De vraag die zij stellen staat in het teken van de dood. Is de dood het einde van het leven, onherroepelijk, of is de dood een grens die gepasseerd moet worden? Als voorbeeld noemen zij het ‘zwagerhuwelijk’ (Deut.25,5-10).
Een man wiens broer sterft en daarbij een vrouw achterlaat moet, volgens deze plicht uit het Oude Testament, nageslacht bij deze weduwe verwekken. Zo’n vrouw is dus twee keer getrouwd. Op deze plicht doen de Sadduceeën een beroep bij de vraag die zij Jezus stellen. De Sadduceeën geloven niet in het leven na de dood; alles moet in dit leven gebeuren. Ze willen Jezus met deze bizarre vraag dan ook in de val lokken.
In de Bijbel ontvangt de mens het leven van God. En dat elke dag opnieuw. Elke dag is een levensgang van duisternis naar licht. Jezus gaat het om het Koninkrijk van God dat over de dood heen reikt, dat de hemel doet opengaan. De Sadduceeën gaat het om deze wereld, niets meer en niets minder; een koninkrijk waar de machthebbers het voor het zeggen hebben. Jezus zet daar een andere waarheid tegenover in Lucas 20,38: Hij is geen God van doden maar van levenden, want voor Hem zijn allen in leven.


De week voor deze zondag vierde de kerk op Allerheiligen en Allerzielen de nagedachtenis van de overleden. Daarom ook het gesprek met de kinderen over het leven na dit leven. Hieronder nogmaals de informatie, die u ook bij de vorige zondag kunt vinden. 

Allerheiligen en Allerzielen
Wanneer de natuur in de winter verstilt, en het kerkelijk jaar op het einde loopt, gedenken we in de kerk onze doden. Protestanten doen dit gewoonlijk op de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Katholieken doen dit op 2 november met de viering van Allerzielen.
Na de viering van Allerheiligen op 1 november, waarin de kerk alle heiligen die bij God zijn eert, staan een dag later álle overledenen centraal. De beide dagen zijn sterk met elkaar verbonden. De traditie om na Allerheiligen alle gestorvenen in een bijzondere viering te denken stamt uit de tiende eeuw, uit de abdij van Cluny (Frankrijk). In de veertiende eeuw werd deze herdenkingsdag algemeen in de Rooms Katholieke Kerk.

Allerzielen
bloemenvooropaOp Allerzielen worden de begraafplaatsen bezocht, men bidt er voor geliefde overledenen, legt bloemen neer en steekt kaarsjes aan. In de kerken worden die avond alle overledenen herdacht, speciaal zij die het afgelopen jaar zijn gestorven. Directe familieleden krijgen meestal een uitnodiging om deze herdenking mee te komen vieren.
Veelal wordt voor elke overledene een lichtje ontstoken aan het licht van de Paaskaars – het Licht van Christus, teken van de opstanding, het licht dat de duisternis heeft overmeesterd - , en worden de namen genoemd van die mensen van wie de gemeenschap het voorgaande jaar afscheid heeft moeten nemen.
Wanneer de kerk een eigen begraafplaats heeft, gaat de priester na deze viering met de nabestaanden naar de begraafplaats, waar de graven worden gezegend. Het is een dag van verdriet, maar vooral ook van gebed en van dankbaarheid voor het leven dat met elkaar gedeeld is.
In veel kerken is het de gewoonte om tijdens de uitvaart een kruisje op te hangen op een speciale gedachteniswand, of in de Mariakapel. Deze kruisjes worden dan in of na de viering van Allerzielen aan de familie meegegeven. Meestal krijgt zo’n kruisje thuis een mooie plaats naast de foto van de overledene. Allerzielen helpt rouwenden zo een stapje verder in het verwerken van het verlies van een dierbare.

Allerheiligen
allerheiligenDe Katholiek Kerk kent vele heiligen. Een aantal heeft een eigen feestdag (de sterfdag van de heilige, de dag van zijn/haar geboorte bij God in de hemel). Omdat het aantal heiligen te groot werd om elke heilige een eigen feestdag te geven, werd er een feestdag ingesteld waarop alle heiligen (ruim 100.000) van de Rooms Katholieke Kerk samen worden vereerd en herdacht. Oorspronkelijk herdacht men op deze dag alleen de martelaren, dat zijn diegenen die vanwege hun geloof ter dood gebracht werden. Vanaf de achtste eeuw werd deze dag voor alle heiligen gevierd. Ook de Anglicaanse Kerk en de Oosters-orthodoxe Kerk vieren dit feest.

 

Artikelen in dit thema Tweeëndertigste zondag door het jaar C